Een column van Joep Dohmen.
De kunst van de verzoening
Er zijn veel ‘dingen’ waar ik spijt van heb en ik ben echt niet de enige. Ik zou liever geen spijt hebben, maar het is nu eenmaal zo. Er zit weinig anders op dan ermee om te gaan. Hoe kan ik me met mijn lot verzoenen?
Laten we eerst even stilstaan bij het begrip spijt. Spijt heet een secundaire negatieve emotie, in tegenstelling tot primaire negatieve emoties als angst, woede of verdriet. Bij spijt speelt altijd een afweging mee: je denkt dat je een verkeerde keus hebt gemaakt. En je wenst tegelijk dat je anders gehandeld had dan je gedaan hebt, omdat je denkt dat een andere handeling een beter resultaat had opgeleverd. Spijt heeft fundamenteel met tijd te maken. Er is in het verleden iets fout gegaan, je zou het later zo graag terugdraaien maar het kan niet meer ongedaan gemaakt worden. Spijt is ook op de toekomst betrokken: je wilt voorkomen dat je in de toekomst dezelfde fout maakt. Zo bezien is spijt misschien zelfs iets positiefs, want er valt wellicht wat van te leren.
Er zijn verschillende soorten en maten van spijt. Iedereen kent de kleine spijt: slecht voorbereid, kans gemist, tijd verspild; te lang gepraat, te veel gedronken, te laat naar bed et cetera. Kleine spijt kunnen we vaak verdringen. Grotere spijt gaat over projecten die we doorgaans belangrijk vinden zoals studiekeuze, relaties en werk. Als de kleine en de grotere vormen van spijt gaan stapelen, wordt het link. Dan kom je in de buurt van de Spijt. Dan vind je dat een deel van je leven of in het ergste geval misschien wel je hele leven is mislukt. Grote Spijt gaat vaak over het leven dat je niet geleid hebt maar had willen of moeten leiden. In dat geval spreken we van ‘gruwelijke spijt’. Dat heeft vaak, niet altijd, te maken met morele spijt. Dan verwijten we onszelf dat we iemand pijn gedaan hebben, verkeerde verwachtingen hebben gewekt of misschien zelfs wel iemand hebben beschadigd. Dan voelen we niet alleen spijt, maar ook schuld en is verzoening ver weg.
Hoe moeten we omgaan met spijt? Sommige vormen van spijt moeten we beslist voorkomen, bijvoorbeeld als we gemanipuleerd worden. Zo zegt de postcodeloterij dat ik moet meedoen aan de eindejaars loterij: ‘Hoe zou U zich voelen als de hele straat die 30 miljoen wint behalve u?’ Dit soort spijt moeten we ons natuurlijk niet laten aansmeren. Maar leven betekent nu eenmaal ook: fouten maken, daarover spijt hebben en daarmee moeten omgaan. Het stapelen van spijt door een verkeerde leefstijl en vooral de grote Spijt moeten worden voorkomen. Dat vraagt een bijzondere houding.
Een eerste stap is om je af te vragen welk aandeel je daadwerkelijk had in het gebeurde. Hoe kwam het dat jij juist die beslissing nam en die ene weg insloeg? Wat zegt dat over jou? Als je jezelf daardoor beter leert kennen, kan het zijn dat je in de toekomst betere keuzes maakt. Een tweede stap is te erkennen dat er veel gebeurtenissen zijn waar we weinig of geen invloed op hebben en hadden. Je ging op vakantie en een van je vrienden verdronk. Edith Piaf verlangde zo naar haar vriend (de bokser Marcel) dat zij hem vroeg een eerder vliegtuig te nemen. Juist dat toestel stortte neer. Toch zong zij ‘non je ne regrette rien.’ Maar ook al kon je er niets aan doen, het noodlot levert evengoed een soort spijt op die je moeten leren dragen. Dan gaat het niet om meer zelfinzicht maar om het leren rouwen. Ten derde moet je, vooral bij morele spijt, ook echt spijt betuigen. Je moet je (mate van) schuld onder ogen zien en als dat lukt, kun je wellicht proberen om je te verzoenen.
Tot slot is er nog zoiets als het tegendeel van spijt, en dat heet dankbaarheid. Het komt voor dat de toekomst de fouten die je in het verleden hebt gemaakt, of het noodlot dat je trof, weer goedmaakt. Het zou wel heel spijtig zijn als je niet dankbaar bent over het geluk en de kansen die het leven jou elke dag weer te bieden heeft.