Vanochtend zag ik het niet meer zitten. Iedereen beleeft het corona-verhaal anders. Het moge duidelijk zijn dat je stevig in je schoenen moet (leren) staan als je in deze wankele tijden een cursusbedrijf en een hotel op Kreta hebt.
Vanochtend zag ik het niet meer zitten. Iedereen beleeft het corona-verhaal anders. Het moge duidelijk zijn dat je stevig in je schoenen moet (leren) staan als je in deze wankele tijden een cursusbedrijf en een hotel op Kreta hebt.
Dag in dag uit word je beheerst door de berichtgeving over en de maatregelen tegen dat klote Covid-19. Soms groeit het me boven het hoofd en word ik het spuugzat. Zoals vanochtend. Iets kleins kan mij dan al totaal ontregelen. We hadden warempel (heel leuke) hotelgasten uit Italië, maar omdat ze te laat op het ontbijt verschenen, bereikte mijn humeur een dieptepunt. Heel onredelijk, een hoog Fawlty Towers gehalte, ik weet het. Er schieten dan fatalistische gedachten door mijn hoofd, ik wil de hele tent verkopen en in een campertje door Europa gaan trekken. Het gezeur zat.
Dat komt vooral omdat het hele corona-verhaal nog steeds een ‘virtueel gevaar’ is voor ons. Het bestaat in ‘het echt’ niet hier op Oost-Kreta. Niet of nauwelijks. Maar het bepáált wel mijn complete gemoed, want het heeft een gigantische impact op de cursussen en het toeristisch bezoek. Gewoon waardeloos.
Maar het kan ook snel kantelen. Gelukkig.
De Italianen waren zo enthousiast dat ze plechtig beloofden volgend jaar terug te komen. Dat is zo super om te horen te krijgen! Ik trok alweer wat bij. Een geluksmomentje.
Plots staat Stelios tegenover me. De man van Alexandra. Samen met hun dochtertje zouden ze maar liefst wéér 10 dagen bij ons verblijven. Net als vorig jaar. Maar de oude moeder van Stelios viel in Athene van de trap op het moment dat hij bij ons aankwam. Eindelijk na lang hard werken een welverdiende vakantie en dan valt je moeder van de trap. Hij had geen keus en moest terugvliegen naar Athene en liet Alexandra en zijn dochter bij ons achter. Hij zou ook niet meer terugkomen, zei hij bedrukt bij het afscheid op de luchthaven. Maar warempel, zonder ons iets te zeggen, om ons ‘te verrassen’, is hij toch weer teruggevlogen en schoof hij aan bij het ontbijt. Ook véél te laat, maar vooruit dan maar. Een tweede geluksmomentje.
Jacques stelde voor er een middag uit te gaan (‘dat is goed voor je’): zwemmen en lunchen in Mochlos, bij Yorgos waar we al jaren komen. Op het moment van vertrek krijgen we een cursusboeking voor 2021. Super! Vertrouwen. Toekomst. Niet iedereen kruipt van angst onder een steen. ‘We gaan er weer voor’ en dat soort victorie-gevoelens. Geluksmomentje.
In het fantastische Mochlos gunnen we onszelf een uitgebreide lunch. Restauranthouder Yorgos aanhoort onze zakelijke perikelen met een begrijpende blik en vertelt dat hijzelf nergens last van heeft. Alles gebeurt bij hem buiten, hij voldoet aan de regels en de Kretenzers weten zijn restaurant massaal te vinden. Lekker zonder toeristen en corona-gedoe. Onder elkaar.
Als ik naar de kassa loop om de rekening die voor Kretenzische begrippen best hoog is, te betalen, grist Yorgos de bon ruw uit mijn handen, verfrommelt hem en gooit hem met een ‘rommel’-gebaar in de vuilnisbak. Zonder woorden. Als ik hem verbaasd vraag ‘waarom’?, zegt hij ‘waarom niet’. Einde conversatie. Dat doet zo goed. Niet dat geld. Maar dat stille bevriend en betrokken zijn: heel mooi. Een groot geluksmoment.
Voldaan komen we terug op Villa Dio Petres en daar staan 2 doodvermoeide fietsers voor m’n neus. ‘Do you have a room’. Het klonk zo Duits dat ik maar gelijk ‘ja sicher’ antwoordde. Twee spontane jonge Duitsers die zichzelf een comfortabele nacht bij ons gunden. ‘Traumhaft’ vonden ze het bij ons.
Dan is het toch weer een dag met een gouden rand geworden. Ik ben niet de enige met een wankel humeur. Gelukkig hebben we hier een regering die met harde hand vecht tegen Covid-19. Dat geeft de mensen vertrouwen, hoop en zicht op nog vele dagen met een gouden rand en vele geluksmomenten.